eng | nl
Geboren in Utrecht, Nederland in een arbeidersmilieu. Sterk beïnvloed door deze omstandigheid, is het te herkennen aan de manier waarop ik naar de wereld kijk en aan de manier waarop deze mijn interesses heeft bepaald en hoe ik mijn fotografisch werk probeer vorm te geven.
Ik heb een kronkelend levenspad gevolgd dat varieert van de wens om kunstenaar/filosoof/architect te worden, via het werken als rentmeester op de prachtige oceaanstomer “Nieuw Amsterdam”, als verkeerstechnisch ontwerper (met dank aan wethouder Theo Harteveld), transportcoördinator voor groepsvervoer, een studie filosofie (1973-1976, Universiteit Utrecht), een paar jaar als fotograferend vrachtwagenchauffeur en onder begeleiding van Maestro Hans Götze in Haarlem (1979 – 1980) naar een professionele carrière als zelfstandig kunstenaar/fotograaf.
Sinds 1981 heb ik mijn eigen fotografiepraktijk met de nadruk op architectuurfotografie. In het begin beperkte deze fotografische specialisatie zich tot het in opdracht documenteren van gerealiseerde ontwerpen, maar breidde zich gaandeweg uit naar de gebouwde omgeving in de breedste zin van het woord.
De volgende twee decennia werkte ik als fotograaf voor architecten, tijdschriften, uitgeverijen en bedrijven die actief zijn in de bouw- en architectuurwereld. Daarnaast de ontwikkeling van vrij werk met het thema ‘sporen’ als rode draad.
Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw heb ik ook uitgebreid onderzoek verricht naar de erfenis van de Nederlandse modernisten en hun invloed op de hedendaagse architectuur en werd deze rode draad omgezet in een zelfstandige abstracte fotografische beeldtaal. De relatie tussen licht en ruimte bleef een terugkerend thema in mijn fotografie. Voor dit project heb ik subsidie ontvangen van de Gemeente Utrecht, Commissie Beeldende Kunst. Het documenteren van Sanatorium Zonnestraal in 1993 was onderdeel van dit project.
Het werk voor architecten, tijdschriften, redacteuren en uitgevers liep lange tijd parallel met mijn autonome werk. Dit laatste bestond uit het documenteren van objecten die hun rol in de samenleving hebben vervuld en de perfectie naderen als jonge ruïnes met als centraal thema ‘sporen’.
In de loop van de afgelopen decennia (de jaren 2000) is er een verzameling moderne ruïnes ontstaan die als zelfstandige beelden de schoonheid van het verval centraal stelt. Er zit een gelaagdheid in deze beelden die de kijker ruimte biedt voor meerdere interpretaties en associaties.
In deze tijd wordt de basis gelegd voor het project ‘Sporen van Verwording’.
Een andere grote verandering in mijn vrije werk is dat kleurenfotografie, naast het traditionele ambachtelijke zwart-witwerk op zilvergelatinedrukken, ook een belangrijke rol is gaan spelen. De ontwikkeling zet zich voort en een paar jaar geleden ben ik ook begonnen met het vastleggen van buitenruimtes zoals te zien in de serie “Desolaat”. Ook heb ik pogingen ondernomen om grip te krijgen op een architectonische/landschappelijke ruimte als de tweede Maasvlakte en de slagvelden in Noordoost-Frankrijk.
Een artist-in-residence in het voormalige Sanatorium “Zonnestraal” in Hilversum inspireerde mij om aan een drielaags project te werken. Abstracties, collages met het paviljoen als onderwerp; fotografische impressies van de architectuur voor (1993) en na de restauratie; en portretten van mensen die betrokken waren bij het paviljoen in combinatie met hun eigen fotografische herinneringen en nalatenschappen.
Van 2005 tot 2018 heb ik architectuurfotografie gedoceerd aan het Utrechts Centrum voor de Kunsten.
In de winter van 2019-2020 bood de Dooyewaardstichting mij een artist-in-residency van vier maanden aan in het voormalige atelier van Piet Mondriaan in Blaricum in Nederland. Hier vond ik een ander soort “sporen”, de erfgenamen van wat ooit de duizendjarige gemeenschap van de “Erfgooiers” (968 – 1979) was en ik begon de nakomelingen te documenteren.
In 2016 ging het project “Venezia Quotidiana” van start, dat in 2018 leidde tot het onderzoeken en documenteren van al dan niet traditionele ambachtelijke activiteit in Venetië: “Venezia Artigiana”. Inmiddels heeft dit project zich uitgebreid tot een enorm oeuvre met portretten van 150 ambachtslieden, compleet met foto’s van hun werkruimte en close-ups van hun handen, het belangrijkste gereedschap van een ambachtsman. Mijn passie om dit tot leven te brengen wordt gevisualiseerd in een korte documentaire van Suzanne van Leendert, met de titel “Sporen van de Toekomst”. Deze is in 2023 uitgebracht.
Herman H. van Doorn
Utrecht, 12 mei 2024